In het fotorolletjestijdperk had de rechtmatige eigenaar van het negatief de exclusieve rechten om de foto te vermenigvuldigen. Bij een fotograaf in loondienst was dat de werkgever, in alle andere gevallen de fotograaf zelf. Je had toestemming (en het negatief) nodig van de fotograaf om de foto te vermenigvuldigen. De fotograaf kon het negatief uitlenen of -met het exclusieve recht op vermenigvuldiging- verkopen.
In het huidige digitale tijdperk kan iedereen foto's vermenigvuldigen. Een negatief is niet nodig. Foto's kun je in een paar klikken downloaden en opnieuw publiceren. Met bronvermelding en een serieus, niet commercieel, doel valt dat in Nederland onder citaatrecht.
Veel fotoclaims gaan over anoniem gepubliceerde foto's: je hebt een licentie gekocht, een foto gedownload van een gratis beeldbank, een foto ontvangen bij een persbericht, een foto gekregen van een derde of het is een eigen foto. Jaren later weet je niet meer precies hoe je aan de foto kwam. Er kan dan gesteggel ontstaan over wie de exclusieve rechten heeft van de foto.
De fotograaf kan op de volgende wijze aantonen dat hij de maker is en de rechten heeft:
- Met een watermerkje in de foto.
- Met de bestandsgegevens van de foto.
- Met een eerdere publicatie van de foto waarbij zijn naam staat vermeld.
- Met een opname in een openbare beeldbank waarbij zijn naam staat vermeld.
- Met het onbewerkte bestand als de ander de foto gewijzigd heeft.
- Met een groter bestand dan de onrechtmatige publicatie.
- Met ongepubliceerde foto's die rond dezelfde tijd zijn gemaakt.
Rechters oordelen lijdelijk. Dat wil zeggen dat als je een stelling niet betwist dat de rechter ervanuit gaat dat de stelling klopt. Ten tijde van de pizza-foto-zaak dacht ik nog naïef dat fotografen die een advocaat inschakelen om te handhaven de rechten hebben om dat te doen. Pas na deze claim van ANP voor een foto van Belga en het stembiljetvonnis realiseerde ik me dat dat niet zo is. Tegenwoordig is het eerste wat ik vraag het bewijs van de exclusieve rechten (vanaf claim 27).
Bij de rechtszaak "Hand met pillen" biedt eiser aan bewijs te leveren dat hij auteursrechthebbende is. Doch als wij daar naar vragen wordt de bewijslast bij ons neer neergelegd met een beroep op art. 4 Aw.
Bron |
Alles op dit blog is en blijft gratis, al kost het meer tijd en frustratie dan me lief is. Ik verdiep me alweer vijf jaar in auteursrechtschendingen. Ik ben zelf geen jurist, maar juristen gebruiken mijn bevindingen in artikelen, processtukken, scripties en proefschriften.