Juridische woordenstrijd

In sommatiebrieven en de daaropvolgende discussie wordt wollige taal en veel juridisch vakjargon gebruikt. Er wordt misbruik gemaakt van de kennis-ongelijkheid over de auteurswet.

Vonnissen zijn niet gebaseerd op exacte wetenschap. De logica ontgaat me regelmatig en ik denk dat het ontbreken van eenduidigheid in jurisprudentie een van de oorzaken is waarom de inningsindustrie zo zijn gang kan gaan.

Het oordeel hangt af van de rechter die je treft en de woorden die de tegenpartij gebruikt.
Een rechter mag geloven wie hij wil. Een rechter toetst niet. Een rechter mag het aangehaalde recht corrigeren of aanvullen maar is dat niet verplicht. Woorden worden opportunistisch gehanteerd en geïnterpreteerd.

Dat begint al bij de vraag of een foto überhaupt voor bescherming in aanmerking komt. Een "werk" dient daarvoor een eigen, oorspronkelijk karakter te hebben en het persoonlijk stempel van de maker te dragen. Dat oorspronkelijk karakter valt nog wel te weerleggen met concrete voorbeelden van gelijkende foto's maar voor het persoonlijk stempel, waarvoor creatieve keuzes zijn vereist, neemt een rechter mijn inziens te vaak genoegen met de mededeling dat er is nagedacht over "de belichting en uitsnijding".

Citaat uit "Kolja" van Arthur Japin

Een beroep op het citaatrecht wordt mijn inziens te vaak ten onrechte afgewezen:

- De term "ter illustratie" is gangbaar voor "ter verduidelijking of verbeelding van de tekst". Het kan echter ook betekenen "ter versiering". Ik zie regelmatig dat er listig overgestapt wordt van het woord "illustratie" naar "versiering". Je dient dan specifiek het woord "versiering" te betwisten anders wordt het beroep op het citaatrecht afgewezen omdat de foto niet functioneel is gebruikt.

- "Naam fotograaf ontbreekt dus geen citaat" krijsen juristen van rechthebbenden enthousiast. Een fotograaf heeft inderdaad recht op naamsvermelding en kan dat afspreken met de (eerste) openbaarmaker. Staat de naam niet op of bij de bronfoto dan is naamsvermelding geen vereiste. Zelfs bronvermelding is geen harde eis, er staat "bronvermelding indien redelijkerwijs mogelijk" in de wet.
Je dient aan te tonen dat de naam bij de bron al ontbrak om te voorkomen dat het beroep op het citaatrecht wordt afgewezen wegens ontbreken naam.
Let op: Naam en bron zijn twee verschillende dingen. Bij anonieme, rechtmatig gepubliceerde, foto's geldt dat de rechten kunnen zijn overgegaan op de bron [artikel 8 Auteurswet] of dat de rechten uitgeoefend dienen te worden via de bron [artikel 9 Auteurswet]. Bij onrechtmatige publicaties is het vervolgschade waar de (eerste) openbaarmaker aansprakelijk voor is.

- "Foto wordt niet besproken dus geen citaat" wordt stellig beweerd in discussies. De eis bij citaatrecht is functioneel en dat omvat meer dan alleen het bespreken van een foto. Je dient het gestelde te betwisten en uit te leggen wat de functie van de foto is. Bijvoorbeeld dat hetgeen dat op de foto staat besproken wordt. Laat je dat na, wordt een beroep op het citaatrecht afgewezen.

De meeste misinterpretaties worden echter gemaakt bij het bepalen wat de schade voor de fotograaf is. De wet gaat uit van daadwerkelijke schade. Dat is vaak lastig bepalen en "In passende gevallen kan de rechter de schadevergoeding vaststellen als een forfaitair bedrag." [Artikel 27.2 Auteurswet]. Bijna alle onredelijke fotoclaims zijn tegenwoordig gebaseerd op de veronderstelde situatie dat de fotograaf een licentievergoeding is misgelopen.

En dat brengt mij bij de aanleiding van deze blogpost, deze zaak over 3 foto's van Anneke Moerenhout*.

Screenshot sept.2017 van tracesofwar.nl,
alle foto's van Moerenhout zijn inmiddels verwijderd.

Anneke Moerenhout heeft tienduizenden foto's zonder watermerk op de website van een stichting voor oorlogsdocumentatie gezet. Haar naam stond onderaan vermeld in de bijbehorende tekst.
Juristen van NL.Legal hebben haar wijsgemaakt dat iedereen die een foto heeft gepubliceerd zonder haar naam inbreuk maakt op haar auteurs- en persoonlijkheidsrechten en dat daar boetes voor uitgedeeld mogen worden. Bij de sommatiebrieven die ik gezien heb van NL.Legal was de bron netjes vermeld en kun je je mijn inziens beroepen op het citaatrecht.


Men zoekt en kiest foto's als in deze rechtszaak wegens de namen van de personen. Uitsnijding en belichting doen er niet toe. Bovendien zijn er door de maker van een oorlogsmonument, oorlogsgraf of straatnaambord meer creatieve keuzes gemaakt dan door de fotograaf. De (artistieke) waarde van de foto is ondergeschikt aan hetgeen afgebeeld wordt. 
De rechter had kunnen oordelen dat dergelijke foto's niet voor bescherming in aanmerking komen.
De rechter had kunnen oordelen dat dit gebruik onder citaatrecht valt.
De rechter oordeelt dat het een inbreuk is.

Moerenhout heeft de foto's zelf op een website voor oorlogsdocumentatie gezet en daar geen vergoeding voor gekregen. Gemis aan exposure is er volgens gedaagde niet omdat de foto's nergens te koop stonden. De enige schade die Moerenhout lijdt is dat ze naamsbekendheid misloopt.
De rechter had kunnen oordelen dat Moerenhout deze schade had kunnen voorkomen door haar naam op de foto's te zetten. Een naam onderaan het artikel valt weg als de foto op dezelfde website in een andere context (inhoudsopgave, zoekopdracht) gedeeld wordt, een naam onderaan het artikel kan over het hoofd gezien worden.
De rechter baseert de schade op het mislopen van een licentievergoeding.


Moerenhout stelt dat €360,- per jaar haar tarief is en dat bedrag komt overeen met de tarievenlijst van Stichting Foto Anoniem.
Gedaagde stelt dat €50,- gebruikelijk is voor hergebruik van een foto door nieuwsmedia.


Gedaagde heeft de lage artistieke kwaliteit van de foto's ter sprake gebracht. De rechter passeert dit omdat gedaagde dat in het kader van de toepassing van het tarief had moeten inbrengen. Het argument van Moerenhout dat €50,- gebruikelijk is in een situatie waarbij op regelmatige basis foto's worden afgenomen doet de rechter besluiten het tarief te verdubbelen tot €100,-.
Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten.

Vergeleken met bestaande jurisprudentie is het een fijne uitspraak omdat het gevraagde tarief niet toegewezen is en de proceskosten zijn gereduceerd tot liquidatietarief.
Per saldo zal het gedaagde meer gekost hebben dan als zij gelijk de sommatiebrief had betaald. Ze heeft immers ook kosten gehad voor het inhuren van een jurist.
En daarom durft dus niemand het op een rechtszaak aan te laten komen...

Screenshots komen uit het vonnis [pdf]
* Ik wist van deze rechtszaak, maar werd pas recentelijk gewezen dat die hier gepubliceerd was. Rond dezelfde tijd is er nog een vergelijkbare rechtszaak geweest van Anneke Moerenhout met gemachtigde NL.Legal LLP waarbij één van de foto's niet voor bescherming in aanmerking kwam.


Een eind maken aan de heksenjacht op stockfoto's? Zodat de fotograaf die echt wat te claimen heeft dat kan oplossen zonder een jurist in te schakelen? Teken en verspreid de petitie!

Mijn eindeloze reeks artikelen over fotoclaims steunen? Klik hier.
Sommatiebrief of dagvaarding gekregen en juridische hulp nodig? Klik hier.